Schatting oogstdatum mais 2025
Dit bericht werd geplaatst in Maïs, Nieuws, Praktijkonderzoek en getagd mais, maisrassen, oogst op .

Om een goed beeld te hebben van de afrijping van de mais volgde de LCV-partners in 2025 wekelijks zo’n 10 locaties. Verspreid over Vlaanderen, van Bocholt tot Poperinge, zijn er traditiegetrouw verschillende rassen met een uiteenlopende vroegrijpheid uitgezaaid en opgevolgd. Nieuw dit jaar was dat er en ras uit de ultravroege groep is meegenomen. Hierdoor gebeurde de wekelijkse staalnames dit jaar bij volgende rassen:
- P7179 (ultravroeg)
- KWS Curacao (zeer vroeg)
- LG32257 (vroeg)
- SY Opale (halfvroeg)
- SY Freyja (half laat)
De zaaidata van de verschillende locaties situeren zich van 18 april tot 16 mei. Op de locatie Retie zijn er van het ultravroege ras P7179 geen cijfers omwille van opkomstproblemen.
De stalen werden wekelijks op donderdag genomen en gaan dan voor 72 uur in de droogstoof bij 105°C. Maandagmiddag worden na weging van de gedroogde monsters de droge stof gehaltes verwerkt in een persbericht.
Wanneer 2025 wordt vergeleken met de andere jaren blijkt dat over alle rassen en locaties heen (uitgezonderd ultravroege rassen) dat de mais duidelijk vroeger rijp was. In 2025 werd omstreeks week 35 gemiddeld genomen een drogestofpercentage van 35% gehaald, of zo’n 19 weken na zaai. Ook in 2022 was dit het geval. In de andere jaren was dit zo’n 2-3 weken later.

Hieronder vind je een overzicht van de cijfers en bij horende berichten van 2025:
Week 32 (07/08/2025)

Op 4 Kempische locaties (Bocholt (PVL) en Oudsbergen (PVL), Hoogstraten (VITO) en Retie (Hooibeekhoeve)) zijn op 7 augustus de eerste staalnames gebeurd.
Hoogstraten en Retie werden op 29 april gezaaid, de twee Limburgse locaties op 7 en 8 mei. Gemiddeld genomen lag het drogestofpercentage er over alle rassen heen op 23,4%.
De mais in Hoogstraten blijkt het verst gevorderd te zijn. Het ultravroege ras P7179 laat hier al een waarde van 30% op tekenen. Met de huidige zomerse temperaturen mogen we verwachten dat dit segment van rassen volgende week oogstklaar is, wanneer er tijdig gezaaid is. De overige rassen in Hoogstraten gaven drogestofpercentages van 24 tot 27%.
In Retie is er op dezelfde dag als Hoogstraten gezaaid, maar liggen de percentages gemiddeld genomen 3% lager. Op deze locatie werden op 31 juli reeds stalen genomen. Op één week tijd steeg het drogestofpercentage zo’n 5%.
Het drogestofpercentage in Bocholt ligt met 23% zo’n 3% hoger dan in Oudsbergen-Meeuwen dat 1 dag later is gezaaid. Op beide locaties is er momenteel weinig verschil tussen de rassen.
Week 33 (14/08/2025)

Naast de 4 Kempische locaties van vorige week is het netwerk deze week uitgebreid met de locaties Tongeren en Langemark-Poelkapelle.
Gemiddeld genomen bedraagt het drogestofpercentage 26,8%. Het ultravroege P7179 is het verst gevorderd met over alle locaties heen een drogestofpercentage van 30,1%. Het zeer vroege ras KWS Curacao laat een drogestofpercentage van 27,8% optekenen, de vroege rassen LG32257 en SY Opale respectievelijk 26,9% en 24,5%. Het latere ras SY Frejya heeft over alle locatie heen een waarde van 25,2%
Afgelopen week kenmerkte zich door zomers weer en kregen we te maken met een hittegolf. Dit heeft zijn weerslag in de cijfers.
In de Kempen zien we een gemiddelde wekelijkse stijging van 3,5 % droge stof. In Hoogstraten was de stijging het hoogst met 5,4 % DS per week. Het ultravroeg ras P7179 is met een drogestofpercentage van 38% het verst in de afrijping en meer dan oogstrijp. De rassen KWS Curacao en LG32257, die in het zeer vroege segment vallen, naderen hun oogstmoment en staan daarom aangeduid met gele achtergrond. Ook in Retie zien we vergelijkbare cijfers. In Bocholt en Oudsbergen-Meeuwen was de stijging in drogestof afgelopen week eerder beperkt.
In Zuid-Limburg in Tongeren teken we toch ook al een gemiddeld drogestofpercentage van 28% op.
In de Westhoek, in Langemark-Poelkapelle zit het gemiddelde nog op slechts 25,2 % met een stijging van 3,6% de afgelopen week.
Op basis van de cijfers van 14 augustus blijkt dat op bepaalde locaties, zeker voor de vroegste rassen gezaaid voor 1 mei, het optimale oogstmoment nadert. Dat optimale oogstvenster is 33-37% droge stof van de gehele plant.
Week 34 (21/08/2025)

De eerste mais is ondertussen geoogst. De redenen om te gaan hakselen zijn divers. Sommige percelen zijn vroeg gezaaid, hebben goed ontwikkelende kolven en zijn bijgevolg rijp. Andere percelen worden echter geoogst omwille van de droogte. Het gewas staat al dermate dor dat wachten nog maar weinig zin. Qua kolven is er op deze percelen een grote variatie. Soms is de kolf nog behoorlijk en rijp, in andere gevallen zijn er nog kolven in het melkstadium aanwezig. Door het verdroogde gewas zal de afrijping van de kolf maar zeer beperkt, of zelfs niet evolueren. Sommige percelen ogen nog vrij groen maar de kolven zijn doorgaans al voldoende rijp. Zeker wanneer er een hoog kolfaandeel aanwezig is, ligt het drogestofpercentage vaak hoger dan verwacht.
Het LCV netwerk is deze week uitgebreid met de locaties St Laureins, St Niklaas en Poperinge. Gemiddelde genomen bedraagt het drogestofpercentage over alle locaties heen 32,7%. Vergeleken met vorige week is er een stijging van 4,8% over alle locaties heen.
In Hoogstraten liggen de cijfers voor de vroegste rassen P7179, KWS Curacao en LG32257 boven de 40% droge stof. SY Opale en SY Frejya naderen, met een waarde van ca 37%, ook de grens van 40% en zijn bijgevolg ook meer dan oogstrijp. Op de locatie Hoogstraten was de stijging (9,4%) het hoogst. Het ultravroege ras P7179 is uitgezonderd van de later gezaaide locaties Oudsbergen en St Niklaas overal oogst klaar.
Bij de andere rassen is beeld afhankelijk van de locaties. Over het algemeen zijn de vroege rassen KWS Curacao en LG32257 oogstklaar of naderen hun oogstmoment. Voor SY Opale en SY Frejya liggen de cijfers iets lager maar ook bij deze rassen komt het oogstmoment dichterbij. Op de vroeg gezaaide locaties Oosterzele en Langemark-Poelkapelle en de later gezaaide locaties St Niklaas en Oudsbergen bedragen voor de 4 andere rassen de drogestofpercentages 30% of lager.
Week 35 (28/08/2025)

Bij de oogst blijken er grote verschillen zijn tussen maar ook binnen de percelen. Dit maakt het niet altijd even gemakkelijk om het oogstmoment te bepalen en moet er extra aandacht besteed worden aan het inkuilen.
Bij de staalname van 28 augustus bedraagt het gemiddelde drogestofpercentage over alle locaties heen 37,3%. Het drogestofpercentage steeg met 6,1% t.o.v. de vorige staalname.
Op de locatie Poperinge is een stijging van 3,9% waargenomen t.o.v. vorige week en een gemiddeld drogestofpercentage van 33,1%. Ondanks de vroege zaai hoort de locatie Poperinge bij de locaties waar de afrijping het minst ver staat. Uitgezonderd van het later ras SY Frejya naderen de rassen wel hun oogstmoment.
Eenzelfde beeld is de merken bij de locatie Langemark-Poelkapell. Hier heeft het ultravroege ras P7179 met 37,7% wel een duidelijk hoger drogestofpercentage.
Op de locaties Oudsbergen en St Niklaas bedraagt het gemiddelde drogestofpercentage 32,5%. Net als bij de West-Vlaamse locatie naderen zeker de vroege rassen hun oogstmoment.
Op de andere locaties dient er niet meer gewacht te worden met te oogsten. De vroegste rassen P7179 en KWS Curacao hebben een drogestofpercentage van meer dan 38%. Voor LG32257 en SY Opale is het beeld afhankelijk van de locatie. In Tongeren lijkt LG32257 minder ver te staan terwijl het ras in Hoogstraten duidelijk overrijp is. Eenzelfde beeld is er voor SY Opale. In Hoogstraten ligt het drogestofpercentage hoger dan 40%, in St Laureins 33%. Voor het latere ras SY Freiya varieren de percentages tussen 31,8% en 43%.
Week 36 (04/09/2025)

Op 4 september werden er stalen genomen op 6 locaties. Op 4 locaties is er immers al geoogst. Aangezien de komende dagen nog locaties werden, of worden, geoogst, is dit het laatste bericht.
Gemiddeld genomen bedraagt het drogestofpercentage 37,8% en steeg met 3% over de 6 locaties heen. De vroegste rassen uit het netwerk (P7179, KWS Curacao en LG32257) zitten ruim boven de 35% droge stof. SY Opale laat een drogestofpercentage van 36,3% meten en SY Frejya 34,1%. Bij de later gezaaid locaties als Oudsbergen en St Niklaas is te merken dat ook daar de latere rassen hakselklaar is.