Voorlichtingsnetwerk schatting oogstdatum kuilmaïs
Sinds 2003 worden in het kader van een LCV-project op een 15-tal locaties in Vlaanderen een aantal kuilmaïs-rassen uitgezaaid met als doel de afrijping van de kuilmaïs in Vlaanderen op te volgen. In 2015 werken PVL Bocholt, Hogeschool Gent – departement BIOT, VTI Poperinge, LTCW Sint Niklaas, INAGRO Beitem, VITO Hoogstraten, Hooibeekhoeve Geel, PIBO Tongeren en het CIPF mee aan dit observatienetwerk. Voor elke landbouwstreek beschikken we over gegevens van een aantal velden zodat we de streekgebonden evoluties in kaart kunnen brengen. Op alle locaties in het proefnetwerk worden telkens 4 rassen uitgezaaid: LG30217, P8057, PR38Y34 en Torres. Iedere vrijdag worden stalen genomen en gedurende 3 dagen gedroogd. Er zit dus ongeveer een week vertraging tussen de situatie op het veld en het verschijnen van de cijfers in de pers. Via de website kan men iets sneller op de bal spelen. Afhankelijk van de weersomstandigheden in de afgelopen week en de stijging van het drogestof gehalte in de voorgaande week kan men goed inschatten wat de huidige situatie zal zijn.
Met dit project ter opvolging van de afrijping van de silomaïs hoopt het Landbouwcentrum elk jaar extra ondersteuning te bieden bij het plannen van de oogst. Uiteraard is de situatie bij elke landbouwer uniek en moet men ook zelf de tijd nemen om de afrijping van de eigen velden op de voet te volgen. Een te vroege oogst kan opbrengstverliezen en sapverliezen in de kuil met zich mee brengen. Wanneer te laat geoogst wordt zal de droge maïs moeilijker ingekuild kunnen worden, vaak met bewaarproblemen tot gevolg.